Geen ogen
De Blinde holenvis is een goed voorbeeld van hoe dieren zich kunnen aanpassen aan de leefomgeving waarin zij zich bevinden. Wanneer u goed kijkt naar deze fascinerende dieren ziet u dat deze vissen geen ogen hebben. Dit komt omdat waar zij van oorsprong vandaan komen; namelijk de grotten van onder andere Mexico in Midden-Amerika deze niet nodig hebben. Het is in deze grotten namelijk aarde donker. Er komt geen zonlicht in het gebied waar deze vissen leven. Daarom zijn ogen eigenlijk overbodige luxe en heb je deze dus niet nodig. Door jarenlange evolutie en aanpassingen van deze vissen zijn deze dus ook verdwenen. Ze worden echter wel met hele kleine ogen geboren, maar naar mate de dieren ouder worden komt er een soort vliesje over de ogen geen en verdwijnen deze.
Zwem je geen bult
Omdat de Blinde holenvissen geen ogen meer hebben, kunnen zij niet zien waar ze heen zwemmen en je zou denken dat ze dan overal tegenaan zwemmen, maar niets is minder waar. Door het verdwijnen van de ogen zijn andere organen zich gaan ontwikkelen naar een hoger niveau. Zo hebben zij een sterk ontwikkeld zijlijnorgaan. Dit is te zien bij alle vissen, want iedere vis heeft deze. Dit is de stippeltjes lijn welke vanaf de kop in een golfbeweging over het lichaam, vlak onder de rugvin richting de staart loop. Met dit orgaan kunnen vissen waterdruk voelen. Hoe dichterbij zij bij een object komen des te meer waterdruk er ontstaat en zo kunnen zij dus rotsen en wanden ontwijken waar zij in eerste instantie recht op af zwemmen. In grote scholen zwemmen zij zelfs niet tegen elkaar aan wanneer er eten te halen valt. Dit is in zekere zin een klein beetje te vergelijken met de sonar van dolfijnen of de echolocatie die vleermuizen gebruiken.