Dit is een van de kleurigste vissen in het zoetwater aquarium. Deze vreedzame scholenvis, die met tenminste met 6 bij elkaar gehouden moet worden, komt slechts voor in 4 meren in het midden van het Vogelkop schiereiland in Nieuw Guinea. Mannetjes zijn groter en helderder gekleurd dan vrouwtjes. Alle regenbogen tonen hun mooiste kleuren in de morgen, dan laten veel regenboog soorten ook de kleurige “bles” zien op hun voorhoofd zien en gaan ze elkaar imponeren door het uitzetten van hun vinnen en om elkaar heen draaien Deze soort werd voor het eerst levend meegenomen in 1982 en verspreid in de aquariumwereld. Eerst verzameld door een Zweedse onderzoeker, de soort werd daarna in 1954 en 1955 gevonden door een grote verzamelexpeditie door Dr. Marinus Boeseman ( met Dr. Brongersma en Dr. Holthuis) curator van vissen bij het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie in Leiden (nu Naturalis). Boeseman (1916 2006) was een verzetsstrijder die Dachau wist te overleven. Het is een alleseter die behalve wormen en schaaldiertjes ook wat plantaardig materiaal nodig hebben. In het aquarium eten ze vlokken, diepvries- en levend voer. In de natuur wordt deze vis door zijn kleine verspreidingsgebied, waar veel vervuiling door de mijnbouw optreedt, ernstig bedreigd. Gelukkig wordt de vis volop gekweekt waardoor het voortbestaan en de verkrijgbaarheid van deze prachtige vis verzekerd lijkt.
Wetenschappelijke naam:
Melanotaenia boesemani
Nederlandse naam:
Boesemans of Ayamaru regenboogvis
Familie:
Melanotaenidae, regenboogvissen
Herkomst:
West Papua, Nieuw Guinea
Lengte:
15 cm voor de mannetjes de vrouwtjes blijven enkele cm kleiner
Voortplanting:
Eierleggend, de eieren worden in kleine hoeveelheden afgezet op planten met fijne bladeren, en verder aan hun lot overgelaten