Deze overbekende, maar prachtige vis komt uit het Amazonebekken en wel meer bepaald uit het stroomgebied van de Rio Tapajos in Brazilië. Zij wonen daar in helder water met een matige stroming. Ze houden zich daar vaak op in de buurt van plaatsen met een dichte plantenbegroeiing. Zijn populariteit dankt de vis eraan dat hij naast het feit dat hij mooi getekend is met zijn rode ogen, gele lijf en gele, met zwart afgezette, vinnen en een gemakkelijk te houden soort is, die weinig eisen stelt aan waterwaarden of voedsel. Een temperatuur van rond de 25˚C, een pH van 5,5 tot 8 en een hardheid tot 25 graden DH is voor deze vissen prima. Zoals de meeste kleine vissen zijn dit ook scholenvissen, die het beste in groepjes van tenminste 5 gehouden moeten worden. Ze zijn vreedzaam. Wel verdedigen de mannetjes, vooral ’s morgens in de paartijd, een territorium. Na een korte paringsdans worden de eieren uitgestoten boven een groepje waterplanten. Er zijn jaarlijks meerdere afzetperioden. De eieren komen ongeveer 24 uur uit en de jonge visjes zwemmen vrij na 3 tot 4 dagen, ze eten dan al microwormpjes en pekelkreeft larfjes. Wat voedsel betreft zijn ook de volwassen vissen niet veeleisend: ze eten zowel wormen en schaaldieren, maar ook algen en ander plantaardig materiaal. Ook vlokken eten ze graag, maar er moet, zoals bij alle vissen, wel afwisseling in het menu zitten.
Wetenschappelijke naam:
Hyphessobrycon pulchripinnis
Nederlandse naam:
Citroentetra
Familie:
Characidae
Herkomst:
Amazone bekken, Rio Tapajos
Lengte:
tot 4 cm
Voortplanting:
Eierleggend, vrijlegger
Leeftijd:
6 tot 8 jaar