Houdini
De Wimpelaal is een ware meester in het ontsnappen. Wanneer de vis zich niet op zijn gemak voelt in het aquarium, dan willen deze dieren nog wel eens uit het aquarium kruipen. Dit is een natuurlijk gedrag. Want wanneer zij in het wild in een omgeving zijn waar bijvoorbeeld geen voedsel te vinden is, of er zijn grote roofvissen dan zullen zij zich gaan verplaatsen naar een nieuw gebied. Dit doen ze niet alleen door zich via het water te verplaatsen, maar ook door uit het water te kruipen en via het land opzoek te gaan naar een nieuw leefgebied.
Vis met longen
Alle vissen hebben kieuwen, bijna alle vissen hebben een zwemblaas en enkelen hebben een soort long ontwikkeld. Door de jaren heen (miljoenen jaren) is de zwemblaas geëvolueerd in een soort long. Dit komt omdat deze vissen leven in (over het algemeen) zuurstofarm water. De natuur is zo ingericht dat er niet problemen wordt gedacht, maar in oplossingen. Zodoende is een minder belangrijk orgaan, de zwemblaas, veranderd in een orgaan dat het leven van de vis kan redden; een long. Hierdoor kunt u soms zien dat deze vis een hap lucht neemt, dit wil niet zeggen dat er te weinig zuurstof in het water zit, maar dit doet de Wimpelaal om zijn orgaan in werking te houden voor het geval er slechtere tijden komen. Wanneer de Wimpelaal geen toegang heeft tot atmosferische lucht, kan deze zelfs verdrinken!
Geslachtsonderscheid en kweek
De mannetjes van de Wimpelaal hebben 12 – 14 vinstralen. De vrouwtjes hebben er 9. Wanneer de dieren bereid zijn om te paren zullen de dieren naast elkaar gaan zwemmen. Het vrouwtje legt haar eitjes in de aarsvinnen van het mannetje en daar worden deze bevrucht. Vervolgens zwemt het mannetje naar vegetatie toe en daar worden deze losgelaten. De eieren blijven plakken aan de vegetatie en komen na 3 dagen uit. Na 3 weken zullen de jongen het aquarium gaan verkennen.